
Als ik van ons als eerste sterf
Laat verdriet dan niet lang je hemel verduisteren
Wees onvervaard maar bescheiden in je verdriet
Het is een verandering, maar geen afscheid
Want net zoals de dood een deel is van het leven
Leven de doden eeuwig voort in de levenden
En alle opgestapelde rijkdommen van onze reis
De momenten samen, de onderzochte geheimen
De gestaag groeiende lagen van intimiteit
De dingen waardoor we lachten of huilden of zongen
De vreugde over de zon op de sneeuw of de eerste tekenen van lente
De woordeloze taal van blik en aanraking
Het weten
Ieder geven en ieder nemen
Het zijn geen bloemen die verwelken
Geen bomen die vallen en verkruimelen
En ook zijn het geen stenen
Want zelfs steen weerstaat de wind en de regen niet
En machtige bergtoppen veranderen mettertijd in zand
Wat we waren, zijn we
Wat we hadden, hebben we
Een gedeeld verleden onherroepelijk aanwezig
Dus als je loopt in de wouden waar we ooit samen liepen
En tevergeefs de oever afzoekt naar mijn schaduw
Of blijft staan waar we altijd stonden
En als je dan iets ziet en uit gewoonte naar mijn hand tast
En hem niet vindt en voelt hoe verdriet je bekruipt
Wees dan stil
Sluit je ogen
Adem
Luister naar mijn voetstappen in je hart
Ik ben niet weg
Maar in ben gewoon in je